Vrijstelling doorstorting bedrijfsvoorheffing ploegenarbeid: “omvang werk”
In een vorig artikel informeerden we je al over het arrest van het Grondwettelijk Hof van 8 februari 2024 omtrent de interpretatie van de voorwaarde “hetzelfde werk doen, zowel qua inhoud als qua omvang”, in het kader van de vrijstelling doorstorting bedrijfsvoorheffing ploegenarbeid. De strikte interpretatie die uit dit arrest zou kunnen voortvloeien, brengt heel wat commotie met zich mee, aangezien heel wat bedrijven riskeren om niet langer in aanmerking te komen voor de vrijstelling.
De Regering heeft hieraan tegemoet willen komen door een voorstel van Minister Van Peteghem goed te keuren. Dit voorstel voorziet in de toevoeging van een extra luik “Ploegenarbeid-bis” aan de bestaande vrijstelling doorstorting bedrijfsvoorheffing.
Voorwaarden vrijstelling doorstorting bedrijfsvoorheffing ploegenarbeid
De vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing wordt enkel toegekend voor werknemers die, overeenkomstig de arbeidsregeling waarin zij tewerkgesteld zijn, over de betrokken maand waarvoor het voordeel wordt gevraagd, tenminste 1/3de van hun arbeidstijd in ploegen zijn tewerkgesteld.
De werkgever wordt beschouwd als een onderneming waarin ploegenarbeid wordt verricht op voorwaarde dat:
- het werk wordt verricht in minstens twee ploegen van minstens twee werknemers;
- die hetzelfde werk doen, zowel qua inhoud als qua omvang;
- die elkaar in de loop van de dag opvolgen zonder dat er een onderbreking is tussen de opeenvolgende ploegen;
- zonder dat de overlapping meer bedraagt dan 1/4devan hun dagtaak; en
- waarbij alle werknemers die ploegenarbeid verrichten een ploegenpremie ontvangen.
Arrest Grondwettelijk Hof 8 februari 2024
Het Grondwettelijk Hof diende zich uit te spreken over de volgende prejudiciële vraag:
“Is er geen sprake van een schending van het gelijkheidsbeginsel in de mate dat “hetzelfde werk” zou moeten worden geïnterpreteerd als “identiek” op het niveau van de volledige ploeg?”
Het Grondwettelijk Hof oordeelde dat deze strikte interpretatie het gelijkheidsbeginsel niet schendt.
Het is nu aan het Hof van Cassatie om zich uit te spreken over de interpretatie van “hetzelfde” werk. Indien “hetzelfde” werk moet worden geïnterpreteerd als “identiek”, kan dit in de praktijk grote gevolgen hebben voor ondernemingen waarin de omvang van het werk van ploegen:
- varieert volgens piek- en dalroosters; en
- niet hetzelfde, maar vergelijkbaar is.
Overgangsregeling: ‘ploegenarbeid-bis’
In de regeling omtrent ‘ploegenarbeid-bis’ wordt de voorwaarde dat de ploegen hetzelfde werk moeten doen, zowel qua inhoud als qua omvang, niet meer opgenomen.
De werkgever zal de keuze krijgen tussen 2 mogelijke vrijstellingen:
- ofwel de toepassing van de huidige wetgeving, inclusief de strikte voorwaarden die nu van toepassing zijn;
- ofwel de toepassing van de regeling ‘ploegenarbeid-bis’. Dit betreft een pro rata-regeling waarbij de vrijstelling doorstorting bedrijfsvoorheffing wordt beperkt in functie van het verschil in omvang van het werk tussen de verschillende ploegen. Hoe groter het verschil tussen de ploegen, hoe lager de vrijstelling zal zijn. Dit verschil wordt afgetoetst op dagbasis.
De regeling ‘ploegenarbeid-bis’ en daarbij de keuze tussen de 2 mogelijke vrijstellingen, betreft een overgangsregeling die van toepassing is tot 31 december 2026. De Regering rekent er namelijk op dat dit genoeg tijd betreft om een grondige hervorming omtrent de vrijstelling te realiseren.
Bovenstaande informatie geldt onder voorbehoud van publicatie in het Belgisch Staatsblad. Wij volgen dit verder voor je op.
Bron: www.vanpeteghem.belgium.be en diverse media.