Besox

Vrijstelling bedrijfsvoorheffing ploegenarbeid voor werken in onroerende staat

13 januari 2025

Werkgevers die werken in onroerende staat uitvoeren in de zin van de btw-wetgeving kunnen onder bepaalde voorwaarden genieten van een gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing.

Deze maatregel kan van toepassing zijn op werkgevers uit de bouwsector, maar ook op werkgevers uit aanverwante sectoren (bijvoorbeeld metaal, hout en stoffering, schoonmaak, tuinaanleg, landschapsverzorging, enz.) waarvan de werknemers ploegenarbeid uitvoeren op locatie.

1. Welke voorwaarden moeten worden vervuld?

Werven

Het werk moet ‘op locatie’ worden uitgevoerd.

In ploegen

Het werk moet worden verricht door één of meerdere ploegen van minstens twee personen zonder rekening te houden met studenten en leerlingen in een alternerende opleiding. De ploegen moeten hetzelfde of complementair werk uitvoeren, zowel qua inhoud als qua omvang.

De vrijstelling kan alleen worden toegepast voor werknemers die in de betrokken maand minstens 1/3de van hun arbeidstijd in ploegenarbeid werken in onroerende staat op locatie verrichten.

Minimumloon

De steunmaatregel kan enkel worden toegepast op de bezoldigingen van de werknemers van de ploeg die een minimum bruto uurloon ontvangen. Het geïndexeerde bedrag voor 2025 bedraagt € 17,27 per uur (onder voorbehoud van publicatie).

Voor de vrijstelling is niet vereist dat er een ploegenpremie wordt toegekend. Anderzijds komt een werknemer die wel een ploegenpremie ontvangt, maar geen uurloon van € 17,27 heeft, niet in aanmerking voor de vrijstelling.

RSZ-werfmelding

Sedert 1 april 2022 geldt, in navolging van de mini-taxshift, een bijkomende voorwaarde om deze vrijstelling te kunnen genieten. De vrijstelling wordt gekoppeld aan de naleving van de RSZ-werfmelding/aangifte van werken. Je dient enkel aan deze bijkomende voorwaarde te voldoen indien je verplicht bent tot de RSZ-werfmelding o.b.v. art. 30bis of 30ter van de wet van 27 juni 1969.

Voor de werken in onroerende staat moet je aangifte doen van:

  • elke overeenkomst “opdrachtgever – aannemer die aangifte doet” vanaf € 5.000 (zonder btw) met minstens 1 onderaannemer; of
  • elke overeenkomst “opdrachtgever – aannemer die aangifte doet” vanaf € 30.000 (zonder btw) met of zonder onderaannemer.

Ook werken die gevaarlijk zijn door de aanwezigheid van asbest moet je vermelden in de aangifte 30bis.

De aangifte moet gebeuren door de aannemer op wie de opdrachtgever een beroep heeft gedaan.

De aangifte wordt gedaan vóór het begin van de werken. Wanneer er asbest aanwezig is, moet de aangifte ten laatste 14 dagen vóór het begin van de werken gebeuren. Je moet een nieuwe aangifte doen zodra er belangrijke veranderingen plaatsvinden betreffende de werkwijze.

Meer informatie over deze RSZ-werfmelding kan je terugvinden op de website van de RSZ.

2. Hoeveel bedraagt het voordeel?

Sinds 1 januari 2020 bedraagt de vrijstelling 18% van het totaal van de belastbare bezoldigingen van al de betrokken werknemers samen.

Categorie