Vrijstelling BV overuren in PC 124: geen elektronische aanwezigheidsregistratie meer vereist
Sinds 1 juli 2005 geldt een gunstig fiscaal regime voor overuren waarvoor een overloontoeslag wordt betaald. De werkgever moet een gedeelte van de bedrijfsvoorheffing niet doorstorten aan de fiscus. Voor de werknemer geldt een belastingvermindering die wordt toegekend via de bedrijfsvoorheffing.
Op 1 januari 2019 werd het aantal overuren dat in aanmerking komt voor een gedeeltelijke vrijstelling van bedrijfsvoorheffing tijdelijk (= tot en met 31 december 2020) opgetrokken van 130 naar 180 uren per werknemer per jaar.
Deze verhoging tot 180 uren was reeds van toepassing in de bouwsector, op voorwaarde dat voor de bijkomende 50 overuren een elektronisch aanwezigheidsregistratiesysteem wordt gebruikt.
De fiscus heeft nu aangekondigd dat zij in 2019 en 2020 geen aanwezigheidsregistratie zal eisen voor de toepassing van de fiscale vrijstelling voor de bijkomende 50 uren.
Let wel! Om de werknemers overuren te laten presteren, dient voorafgaand een procedure te worden gevolgd. Deze procedure verschilt naargelang het soort overuren dat er gepresteerd wordt (buitengewone vermeerdering van werk, meeruren in het kader van K.B. 213, enz.).
Bron: K.B. van 29 augustus 2019 tot wijziging van de bijlage IIIbis van het KB/WIB 92 inzake de vrijstelling, van doorstorten van bedrijfsvoorheffing als bedoeld in artikel 275 (1), van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, B.S. 16 september 2019.