Verenigingswerk: verhoging van het maandelijks grensbedrag voor sportactiviteiten
Sinds midden 2018 kan iedereen die reeds een hoofdstatuut heeft (werknemer, zelfstandige of gepensioneerde) via het stelsel van het verenigingswerk (onbelast bijklussen) een nevenactiviteit verrichten ten behoeve van anderen of van de samenleving.
De regeling van het verenigingswerk maakt het mogelijk om een bezoldiging voor deze nevenactiviteit te ontvangen die vrij is van sociale zekerheidsbijdragen en belastingen, op voorwaarde dat bepaalde grensbedragen gerespecteerd worden.
Voor 2019 mag de vergoeding voor dit verenigingswerk maximaal € 6.250 per jaar bedragen. Bovendien moet ook een maandelijkse grens van € 520,83 voor dit bijklussen gerespecteerd worden.
In het Staatsblad van 10 januari 2019 is een koninklijk besluit verschenen dat het maandelijks grensbedrag verdubbelt voor welbepaalde activiteiten in de sportsector. Hierdoor verhoogt het grensbedrag vanaf 20 januari 2019 tot € 1.041,66 per maand voor de volgende activiteiten:
- animator, leider, monitor of coördinator die sportinitiatie en/of sportactiviteiten verstrekt;
- sporttrainer, sportlesgever, sportcoach, jeugdsportcoördinator, sportscheidsrechter, jurylid, steward, terreinverzorger-materiaalmeester, seingever bij sportwedstrijden.
Het jaarlijks maximumbedrag van € 6.250 blijft voor deze sportactiviteiten wel van toepassing.
Bron: KB van 21 december 2018 tot uitvoering van artikel 12, § 3, tweede lid, van de wet van 18 juli 2018 betreffende de economische relance en de versterking van de sociale cohesie, B.S. 10 januari 2019.