Besox

Verenigingswerk: fiscaal grensbedrag voor 2025

19 maart 2025

Via het stelsel van het verenigingswerk kunnen verenigingen zonder winstoogmerk en openbare instellingen sinds 2022 onder bepaalde strikte voorwaarden verenigingswerkers aanwerven voor tijdelijke activiteiten. Het verenigingswerk geldt voornamelijk in de socioculturele sector en de sportsector.

1. Toegelaten activiteiten in het kader van verenigingswerk

Concreet zijn de werkgevers en de activiteiten die onder artikel 17 van het koninklijk besluit van 28 november 1969 vallen, de volgende:

  • Het Rijk, de Gemeenschappen, de Gewesten, de bij de Rijksdienst voor sociale zekerheid aangesloten provinciale en plaatselijke overheidsdiensten, en de personen die zij tewerkstellen in een betrekking die arbeidsprestaties meebrengt, verricht:
  1. als verantwoordelijk leider, beheerder, huismeester, monitor of adjunct-monitor in de cyclussen voor vakantiesport tijdens de schoolvakanties, de vrije dagen of de gedeelten in het onderwijs,
  2. als animator van socio-culturele en sportactiviteiten tijdens de vrije dagen of daggedeelten in het onderwijs,
  3. bij wijze van inleiding, aanschouwelijke voordracht of lezing, die plaats hebben na 16u30 of tijdens de vrije dagen of daggedeelten in het onderwijs.
  • De VRT, de RTBF en de BRF alsmede de personen die, in hun organiek personeelskader opgenomen, daarenboven in hoedanigheid van artiest tewerkgesteld worden (voor hen blijft het contingent van 25 dagen/jaar gelden).
  • Het Rijk, de Gemeenschappen, de Gewesten, de provinciale en plaatselijke besturen, evenals de werkgevers georganiseerd als vereniging zonder winstoogmerk of vennootschap met een sociaal oogmerk waarvan de statuten bepalen dat de vennoten geen vermogensvoordeel nastreven, die vakantiekolonies, speelpleinen en sportkampen inrichten en de personen die zij als beheerder, huismeester, monitor of bewaker, alléén tijdens de schoolvakanties tewerkstellen.
  • De door de bevoegde overheden erkende organisaties of organisaties die aangesloten zijn bij een erkende koepelorganisatie en die tot taak hebben socio-culturele vorming en/of sportinitiatie en/of sportactiviteiten te verstrekken, en de personen die buiten hun werk- of schooluren of tijdens de schoolvakanties door deze organisaties worden tewerkgesteld als animator, leider, monitor, coördinator, sporttrainer, sportlesgever, sportcoach, jeugdsportcoördinator, terreinverzorgers-materiaalmeesters, lesgevers, coaches of procesbegeleiders.
  • De organisaties van de door de bevoegde overheden erkende amateurkunstensector of organisaties die aangesloten zijn bij een erkende koepelorganisatie, die personen tewerkstellen als artistieke of (kunst)technische begeleiders en lesgevers, coaches en procesbegeleiders en waarvan de prestaties geen artistieke prestaties zijn die al worden gedekt of in aanmerking komen voor de forfaitaire onkostenvergoeding.
  • De inrichtende machten van scholen, gesubsidieerd door een Gemeenschap, en de personen die zij tewerkstellen als animator van socio-culturele en sportactiviteiten tijdens de vrije dagen of daggedeelten in het onderwijs.
  • De inrichters van sportmanifestaties en de personen die zij uitsluitend op de dag van deze manifestaties tewerkstellen, uitgezonderd betaalde sportbeoefenaars.
  • De organisatoren van socioculturele manifestaties en de personen die ze tewerkstellen voor maximaal 32 uren, te spreiden volgens de behoeften op de dag van het evenement en 3 dagen voor of na het evenement, met uitsluiting van artistieke prestaties die al worden gedekt of in aanmerking komen voor de forfaitaire onkostenvergoeding.

2. Toegelaten uren in het kader van verenigingswerk

Het maximum aantal toegelaten uren verenigingswerk en de limieten per kwartaal verschillen per sector:

Het is mogelijk om activiteiten die onder elk van de twee contingenten vallen te combineren. In dat geval is het plafond voor alle activiteiten samen beperkt tot 450 uren/jaar.

Bij overschrijding van één van deze grenzen, zullen alle uren bij de werkgever bij wie de overschrijding is gebeurd, geherkwalificeerd worden als gewone arbeidsprestaties.

Voor studenten wordt een specifieke regeling voorzien en bedraagt de limiet 190 uren/jaar. De tewerkstelling volgens artikel 17 kan door een student bijgevolg voor maximaal 190 uren gecumuleerd worden met studentenarbeid. De kwartaalplafonds blijven tevens van toepassing.

3. Sociale en fiscale behandeling

Als de voorwaarden worden gerespecteerd, zijn de prestaties van verenigingswerkers vrijgesteld van sociale zekerheidsbijdragen.

Er moet geen bedrijfsvoorheffing op de inkomsten worden ingehouden. Er is wel een inkomstenbelasting van 10% van toepassing. Deze moet de werknemer betalen op het moment van de fiscale afrekening, na afloop van het jaar.

Inkomsten van artikel 17 worden op fiscaal vlak namelijk als een divers inkomen gekwalificeerd. Deze inkomsten zullen belastbaar zijn tegen een tarief van 20%, maar men mag op de bruto-inkomsten wel een forfaitaire kostenaftrek van 50% toepassen. Hierdoor wordt er dan uiteindelijk een belastingtarief van 10% betaald bij de personenbelasting.

Bij overschrijding van het fiscaal grensbedrag van € 7.700 per jaar (inkomstenjaar 2025 – aanslagjaar 2026) of bij overschrijding van het maximaal aantal uren voorzien in de RSZ-wetgeving zullen de gewone belastingtarieven voor beroepsinkomsten van toepassing worden voor alle inkomsten. Bij de beoordeling van dit jaarlijks fiscaal grensbedrag moeten de inkomsten uit het verenigingswerk en uit de deeleconomie worden samengeteld.

Bron: Bericht van de FOD Financiën in verband met de automatische indexering inzake inkomstenbelastingen – Aanslagjaar 2026, www.fisconetplus.be en www.verenigingswerk.be.

Categorie