Besox

U weigert een aanvraag 1/10de ouderschapsverlof. Eindigt daarmee ook de ontslagbescherming?

14 oktober 2019

Eén van uw voltijds tewerkgestelde werknemers dient bij u een schriftelijke aanvraag in om zijn arbeidsprestaties gedurende 40 maanden met 1/10de te verminderen. Hij zou om de twee weken graag een volledig dag thuis blijven.

U ziet dat echter niet zitten en weigert zijn aanvraag. U deelt uw beslissing schriftelijk mee binnen een maand na de schriftelijke kennisgeving.

Eindigt de ontslagbescherming op het ogenblik van uw weigering?

Nee!

De ontslagbescherming gaat in op de dag van de aanvraag van de werknemer.

Wanneer u de aanvraag voor de uitoefening van het 1/10de ouderschapsverlof weigert, loopt de beschermingsperiode alleszins tot 3 maanden na de schriftelijke kennisgeving van uw weigeringsbeslissing. Het is zelfs niet uitgesloten dat de bevoegde rechter oordeelt dat de ontslagbescherming pas een einde neemt 3 maanden na het einde van de aangevraagde periode van vermindering van de prestaties.

Gedurende deze beschermingsperiode mag u de arbeidsovereenkomst niet eenzijdig beëindigen, tenzij u een dringende reden of een voldoende reden heeft die niets te maken heeft met het ouderschapsverlof.

Indien u deze ontslagbescherming niet respecteert, dan riskeert u om, bovenop de opzeggingstermijn of verbrekingsvergoeding, een forfaitaire beschermingsvergoeding van 6 maanden loon te moeten betalen. Deze beschermingsvergoeding moet worden berekend op basis van het loon dat de werknemer zou hebben verdiend indien hij zijn prestaties niet had verminderd.

Bron: advies FOD WASO dd. 4 oktober 2019.