Twintig dagen geboorteverlof vanaf 2023
Het recht op geboorteverlof is van toepassing op de werknemer, andere dan de moeder die bevallen is van het kind, die een wettelijke afstammingsband met het kind heeft overeenkomstig de bepalingen van het Oud Burgerlijk Wetboek. Het geboorteverlof kan met andere woorden worden opgenomen door de (juridische) vader of meemoeder van het kind.
Is er geen (juridische) vader of meemoeder, dan kan het geboorteverlof worden opgenomen door de meeouder die geen wettelijke afstammingsband heeft met het kind van zijn partner, voor zover voldaan is aan specifieke voorwaarden.
Er kan slechts één ouder/werknemer geboorteverlof genieten voor hetzelfde kind.
Voor geboortes tot en met 31 december 2022 hadden werknemers het recht om gedurende maximaal vijftien dagen geboorteverlof op te nemen.
Voor de geboortes vanaf 1 januari 2023 is het aantal dagen geboorteverlof opgetrokken tot maximaal twintig dagen.
Een deeltijdse werknemer heeft recht op hetzelfde aantal dagen geboorteverlof. Er is immers geen wettelijke of reglementaire basis voorhanden om de duur van het verlof van een deeltijdse werknemer te beperken in functie van zijn deeltijds arbeidsregime. De betrokkene kan wel enkel dagen verlof opnemen voor de dagen waarop hij normaal werkt volgens zijn arbeidsregeling.
Deze dagen mogen door de werknemer vrij gekozen worden binnen vier maanden te rekenen vanaf de dag van de bevalling. Het geboorteverlof moet niet aaneensluitend genomen worden; de werknemer kan de dagen spreiden over de periode van vier maanden vanaf de bevalling.
Tijdens de eerste drie dagen van het geboorteverlof behoudt de werknemer zijn normaal loon ten laste van de werkgever.
Tijdens de volgende dagen van het geboorteverlof ontvangt de werknemer geen loon, maar ontvangt de werknemer een uitkering, toegekend via de mutualiteit. Deze uitkering bedraagt 82% van het begrensd loon.
Sinds 10 november 2022 is er een uitbreiding van de ontslagbescherming voor een werknemer die geboorteverlof aanvraagt. Deze bescherming start vanaf de dag waarop de werknemer meedeelt dat hij of zij geboorteverlof wil opnemen en eindigt vijf maanden na de bevalling. Bij een ontslag tijdens deze periode ligt de bewijslast bij de werkgever. Wanneer de werkgever niet kan aantonen dat de ontslagreden geen verband houdt met het geboorteverlof, kan de werknemer een forfaitaire vergoeding van zes maanden loon vorderen.
Eveneens sinds 10 november 2022 schorst het geboorteverlof de opzeggingstermijn in geval van een ontslag door de werkgever.
Bron: Programmawet van 20 december 2020, BS 30 december 2020 en artikel 30, §2 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten.