Prijzengeld betaalde sportbeoefenaars onder bepaalde voorwaarden uitgesloten uit het RSZ-loonbegrip

Wanneer een organisator van een sportwedstrijd prijzen toekent aan betaalde sportbeoefenaars wegens het behalen van bepaalde individuele resultaten, dan worden deze prijzen onder bepaalde voorwaarden uitgesloten uit het RSZ-loonbegrip.

1. Wie wordt beschouwd als ‘betaald sportbeoefenaar’?

Een betaalde sportbeoefenaar gaat de verplichting aan:

• zich voor te bereiden op of deel te nemen aan een sportcompetitie of –exhibitie;
• onder het gezag van een andere persoon;
• tegen een loon dat een bepaald bedrag overschrijdt.

Voor de periode van 1 juli 2023 tot 30 juni 2024 is het jaarbedrag vastgesteld op € 11.040.

2. Welke voorwaarden moeten vervuld worden opdat er sprake is van een uitsluiting uit het RSZ-loonbegrip?

• het recht op de prijzen wordt uitsluitend door de organisator van de sportwedstrijd toegekend;
• de organisator draagt de volledige financiële last van de prijzen;
• de verdeling in functie van de individuele prestaties wordt vóór aanvang van de wedstrijd door de organisator vastgelegd;
• de prijs wordt rechtstreeks aan de individuele sportbeoefenaar betaald door de organisator of door een vzw die de organisatie, de promotie en/of de verspreiding van sport tot doel heeft en enkel als tussenpersoon optreedt tussen de organisator en de sporter.

Het staat de individuele sporter vrij de ontvangen prijzen nadien te delen met ploeggenoten of medewerkers van de ploeg.

Tenslotte geldt de uitsluiting enkel wanneer de prijs niet werd verleend ter vervanging of ter omzetting van loon, premies, voordelen in natura of enig ander voordeel of een aanvulling hierbij, al dan niet bijdrageplichtig voor de sociale zekerheid.

Wat het fiscale luik betreft, is het zo dat er op dit ogenblik nog geen sprake is van enige belastingvrijstelling.

Bron: Koninklijk besluit van 9 april 2024 tot wijziging van artikel 19 van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, BS 19 april 2024 en tussentijdse instructies RSZ, bericht van 26 april 2024.