Besox

Nieuwe regels buitencontractuele aansprakelijkheid vanaf 1 januari 2025: actie nodig?

21 oktober 2024

Vanaf 1 januari 2025 zullen de wijzigingen van het buitencontractuele aansprakelijkheidsrecht in werking treden. Welke impact zal dat nu hebben op de werkvloer? En dien je als werkgever naar aanleiding van deze wijzigingen actie te ondernemen?

Waarover gaat dit?

Het gaat over de gevallen waarin de werkgever (partij A) een contract aangaat met een klant (partij B) waarvoor de hulppersoon, zoals bijvoorbeeld de werknemer (partij C), de nodige werken uitvoert en/of diensten aanbiedt, zoals contractueel vastgelegd. De partijen verhouden zich als volgt ten aanzien van elkaar:

  • de klant (partij B) heeft een overeenkomst met de werkgever (partij A) = contractuele basis
  • de werkgever (partij A) heeft een arbeidsovereenkomst met de werknemer (partij C) = contractuele basis
  • de klant (partij B) heeft geen overeenkomst met de werknemer (partij C) = buitencontractuele basis

De oude (huidige) regeling

Tot op heden is het zo dat de klant enkel de werkgever kan aanspreken om een schadevergoeding te bekomen wanneer hij schade heeft geleden door een fout van de werknemer. Het is in principe niet mogelijk voor de klant om een schadevergoeding te vorderen van de werknemer op basis van de buitencontractuele aansprakelijkheid. Een uitzondering hierop betreft de situatie waarin de fout van de werknemer, die de schade heeft veroorzaakt, ook een misdrijf is (bijvoorbeeld diefstal).

In concreto betekent dit dat de klant bijgevolg een schadevergoeding zal kunnen vorderen van de werkgever. De werkgever zou op zijn beurt een schadevergoeding kunnen vorderen van de werknemer omdat de schade door zijn fout is veroorzaakt.

Aangezien het gaat om een fout, die veroorzaakt werd tijdens de uitvoering van de arbeidsovereenkomst, kan de werknemer maar in beperkte mate aansprakelijk worden gesteld. Zo kan de werknemer enkel aansprakelijk worden gesteld indien het gaat om bedrog, een zware fout of een lichte herhaaldelijke fout. In alle andere gevallen kan de werkgever de schade niet verhalen op de werknemer.

Nieuwe regeling vanaf 1 januari 2025?

Onder de nieuwe regeling zal de klant de werknemer wel rechtstreeks kunnen aanspreken en de schade op hem verhalen. Dit geldt enkel voor feiten/fouten die zich hebben voorgedaan vanaf 1 januari 2025.

De werknemer behoudt evenwel ook onder de nieuwe regels de bescherming van de beperkte aansprakelijkheid. Zo zal een klant de werknemer enkel kunnen aanspreken wanneer het gaat om een zware fout, bedrog of een lichte herhaaldelijke fout.

Daarnaast zal de werknemer zich ook kunnen beroepen op de verweermiddelen (lees: contractuele bedingen) die worden vermeld in zowel het contract tussen de werkgever en de klant als de arbeidsovereenkomst.

Wanneer geen beperkte aansprakelijkheid?

De werknemer kan zich niet beroepen op de verweermiddelen indien er sprake is van een aantasting van de fysieke of psychische integriteit of opzettelijk veroorzaakte schade.

Actie noodzakelijk?

In sommige gevallen zullen klanten kiezen om ook de werknemers rechtstreeks aan te spreken en te betrekken bij een eventueel geschil voor de rechtbank, bijvoorbeeld als drukkingsmiddel of bij insolvabiliteit van de werkgever. Om dat te vermijden dien je, als werkgever, best de contracten met jouw klanten aan te passen. De nieuwe regels zijn immers, behoudens uitzonderingen, van aanvullend recht waardoor de werkgever contractueel kan uitsluiten dat zijn werknemers rechtstreeks zullen worden aangesproken.

In dit kader kan je best contact opnemen met een advocaat die gespecialiseerd is in contractenrecht.

Tot slot is het ook aangewezen om met je verzekeraar na te gaan of de polis BA-exploitatie van de onderneming niet moet worden aangepast.

Bron: Wet van 7 februari 2024 houdende boek 6 “Buitencontractuele aansprakelijkheid” van het Burgerlijk Wetboek, BS 1 juli 2024.

Categorie