Nieuwe fiscale bedragen 2019
De FOD Financiën heeft in het Belgisch Staatsblad van 22 januari 2019 een bericht gepubliceerd over de automatische indexering van een aantal bedragen voor inkomstenjaar 2019 (aanslagjaar 2020). Hieronder vindt u een overzicht van enkele bedragen die van belang kunnen zijn in de loonberekening:
Vrijstelling werkgeverstussenkomst woon-werkverkeer
Voor verplaatsingen met een privévervoermiddel geldt in 2019 een fiscale vrijstelling van € 410 per jaar op voorwaarde dat de werknemer ervoor opteert om zijn werkelijke beroepskosten niet aan te tonen.
Fietsvergoeding
De kilometervergoeding die wordt toegekend voor verplaatsingen met de fiets tussen de woonplaats en de plaats van tewerkstelling wordt in 2019 voor een bedrag van maximum € 0,24 per kilometer vrijgesteld van belasting en dus ook van bedrijfsvoorheffing.
Bedrijfswagens
Het minimumbedrag van het voordeel van alle aard voor het privégebruik van een bedrijfswagen wordt voor 2019 vastgelegd op € 1.340 per jaar.
Kunstenaars
De bedragen die aan kunstenaars toegekend worden ter vergoeding van de gemaakte kosten voor kleinschalige artistieke activiteiten kunnen onder bepaalde voorwaarden vrijgesteld zijn van RSZ en bedrijfsvoorheffing.
Deze kostenvergoedingen in het kader van de zogenaamde kleine vergoedingsregeling voor kunstenaars zijn beperkt tot de volgende bedragen voor 2019:
- de vergoeding bedraagt maximum € 128,93 per kalenderdag in 2019;
- de kunstenaar mag maximum € 2.578,51 verdienen voor al zijn artistieke prestaties samen in 2019.
Sportbeoefenaars
Het grensbedrag van de bruto beroepsinkomsten voor sportbeoefenaars wordt voor 2019 vastgelegd op € 20.070 per jaar.
Studentenarbeid: de student als belastingplichtige
Een student die beroepsinkomsten uit studentenarbeid of onderhoudsuitkeringen ontvangt, moet in principe een aangifte in de personenbelasting indienen. In deze aangifte moeten alle belastbare inkomsten vermeld worden, ook het gedeelte dat niet als bestaansmiddelen wordt beschouwd en waarmee dus geen rekening wordt gehouden om te bepalen of de student nog ten laste van zijn ouders is.
De ongehuwde student wiens jaarlijks netto-belastbaar inkomen in 2019 (aanslagjaar 2020) lager ligt dan € 8.860 zal echter geen personenbelasting verschuldigd zijn.
Studentenarbeid: de student als persoon ten laste
Voor inkomstenjaar 2019 blijft de student ten laste van de ouders wanneer de totale inkomsten van de student lager zijn dan de hieronder vermelde bedragen:
Algemeen:
- Bruto belastbaar inkomen* 2019: € 4.162
- Netto belastbaar inkomen* 2019: € 3.330
Kind van een alleenstaande ouder:
- Bruto belastbaar inkomen 2019: € 6.012
- Netto belastbaar inkomen 2019: € 4.810
Gehandicapt kind van een alleenstaande ouder:
- Bruto belastbaar inkomen 2019: € 7.638
- Netto belastbaar inkomen 2019: € 6.110
Opgelet: Om te bepalen of de inkomsten lager liggen dan deze grenzen, moet er geen rekening gehouden worden met:
- de eerste schijf van € 2.780 van de bezoldigingen verkregen door studenten in uitvoering van een studentenovereenkomst, leerlingen in een alternerende opleiding en student-zelfstandigen;
- de eerste schijf van € 3.330 van de onderhoudsuitkeringen die aan de student zijn toegekend.
- * bruto belastbaar: bruto-inkomsten – sociale bijdragen
- * netto belastbaar: bruto belastbaar bedrag – 20% aftrekbare kosten met een minimum van € 460 in 2019
PC-privéplan
Onder bepaalde voorwaarden wordt de tussenkomst van de werkgever in de door zijn werknemers gedane aankoop van een pc, randapparatuur en printer, internetaansluiting, internetabonnement en software, fiscaal vrijgesteld.
Voor het inkomstenjaar 2019 is de werkgeverstussenkomst vrijgesteld voor een bedrag van maximum € 900 per belastbaar tijdperk. Indien de werkgever een hogere tussenkomst verleent, dan wordt het gedeelte boven het maximale toegestane bedrag een belastbare bezoldiging voor de werknemer.
Het voordeel van de tussenkomst van de werkgever kan enkel toegekend worden aan werknemers met een beperkt inkomen. Het bruto belastbare jaarloon mag in 2019 niet hoger liggen dan € 35.250.
Loonbonus
Voor inkomstenjaar 2019 bedraagt het maximale fiscaal vrijgestelde bedrag voor de niet-recurrente resultaatsgebonden voordelen van CAO nr. 90 van de NAR € 2.941.
Verwarming en elektriciteit
Het kosteloos ter beschikking stellen van verwarming en/of elektriciteit door de werkgever aan de werknemer is een voordeel in natura. Dit voordeel wordt door de fiscus forfaitair gewaardeerd. Dit zijn de geïndexeerde bedragen voor inkomstenjaar 2019.
Elektriciteit:
- Bedrijfsleiders en leidinggevend personeel: € 1.010
- Andere verkrijgers: € 460
Verwarming:
- Bedrijfsleiders en leidinggevend personeel: € 2.030
- Andere verkrijgers: € 910
Indexeringscoëfficiënt kadastraal inkomen 2019
Het kadastraal inkomen wordt jaarlijks geïndexeerd. Voor inkomstenjaar 2019 bedraagt de indexeringscoëfficiënt voor het kadastraal inkomen 1,8230. Vorig jaar bedroeg deze coëfficiënt 1,7863.
Bron: Bericht in verband met de automatische indexering inzake inkomstenbelastingen – aanslagjaar 2020, B.S. 22 januari 2019.