Inzetbaarheidsbevorderende maatregelen binnenkort geen dode letter meer
Met de arbeidsdeal van 3 oktober 2022 werd het bestaande artikel 39ter van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten hervormd. Het artikel voorziet in een systeem van inzetbaarheidsbevorderende maatregelen voor werknemers die bij ontslag recht hebben op een opzeggingstermijn of –vergoeding van minstens 30 weken.
Concreet wordt hierbij een deel van de opzeggingstermijn omgezet in een pakket van maatregelen om de werknemers beter op te leiden en hun kansen op een job vergroten.
De opzeggingstermijn wordt hierbij opgesplitst in 2 delen:
- de gewone opzeggingstermijn of -vergoeding gedurende 2/3de van de opzeggingstermijn, met een minimum van 26 weken;
- het laatste derde van de opzeggingstermijn kan de werknemer gebruiken voor inzetbaarheidsbevorderende maatregelen, zoals o.a. opleiding, begeleiding.
De inzetbaarheidsbevorderende maatregelen worden gefinancierd met de patronale bijdragen die de werkgever gedurende deze laatste periode verschuldigd is. De RSZ zal deze bijdragen doorstorten aan de RVA.
Tot op heden is dit artikel dode letter gebleven. Men wil hier nu verandering in brengen d.m.v. een hervorming. In plaats van een bedrag dat overeenstemt met het bedrag van werkgeversbijdragen op het 2dedeel van de opzeggingstermijn, wordt er voorzien in eenmalig forfaitair budget van € 1.800 voor werknemers die recht hebben op inzetbaarheidsbevorderende maatregelen. Daarnaast dienen deze maatregelen niet meer te worden gefinancierd door de werkgever, maar door de RSZ en de RVA.
Er werd een amendement ingediend in het parlement om het huidige artikel 39ter van de arbeidsovereenkomstenwet te wijzigen om een rechtsgrond te creëren om 2 koninklijke besluiten aan te nemen:
- een koninklijk besluit dat de geldstromen regelt van de RSZ aan de RVA met het oog op de financiering van deze maatregelen;
- een koninklijk besluit dat de procedure regelt voor terugbetaling door de RVA van deze maatregelen.
Van zodra het amendement wordt goedgekeurd, dienen de ontwerpen van koninklijke besluiten ter advies te worden voorgelegd aan de Raad van State. We houden je verder op de hoogte.
Bron: Ontwerp van koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 38, §3vicies bis, van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers, ontwerp van koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 7, §1, derde lid, zh) en § 1nonies van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, betreffende de procedure voor de terugbetaling van inzetbaarheidsbevorderende maatregelen, ministerraad van 22 maart, www.news.belgium.be.