Ontslagbescherming voor het opeisen van het minimumloon
Ter omzetting van de Europese Richtlijn 2022/2041 betreffende de minimumlonen, werd in het Belgisch Staatsblad een wet gepubliceerd met maatregelen ter bescherming van minimumlonen. Dit omvat enerzijds een dubbele bescherming van werknemers en anderzijds een aantal bepalingen ter bevordering van de collectieve onderhandelingen omtrent het minimumloon.
Aangezien vooral de bescherming van de werknemers gevolgen heeft voor werkgevers, wordt deze maatregel verder besproken in dit artikel.
Indien een werknemer een klacht indient t.a.v. zijn werkgever omtrent de niet-naleving van het minimumloon, geniet de werknemer enerzijds een bescherming tegen nadelige maatregelen en anderzijds een bescherming tegen ontslag.
Bescherming tegen nadelige maatregelen
De werknemer mag geen nadelige gevolgen ondervinden van zijn klacht, gedurende een periode van 12 maanden na het indienen van de klacht. Indien de werknemer toch nadelige gevolgen ondervindt, is de werkgever een vergoeding verschuldigd gelijk aan:
- een forfaitaire vergoeding van 2 tot 3 maanden brutoloon; of
- de vergoeding van de werkelijk geleden schade.
Ontslagbescherming
De werknemer die een klacht tot niet-naleving van de minimumlonen heeft ingediend, is beschermd tegen ontslag, behalve om redenen die geen verband houden met de klacht. De bescherming geldt tot 12 maanden na het indienen van de klacht of, ingeval van een rechtszaak, tot 3 maanden na de definitieve uitspraak.
Indien de werkgever stelt dat het een ontslag betreft om redenen vreemd aan de klacht, moet hij deze redenen kunnen bewijzen. Kan de werkgever dit onvoldoende bewijzen, dan is hij een forfaitaire vergoeding verschuldigd aan de werknemer gelijk aan het brutoloon van 4 tot 6 maanden. Deze forfaitaire vergoeding is cumuleerbaar met een verbrekingsvergoeding.
De bescherming geldt niet enkel voor de werknemer, maar ook voor personen die de werknemer hebben bijgestaan bij het indienen van de klacht.
Bron: Wet van 17 december 2024 houdende gedeeltelijke omzetting van de Richtlijn 2022/2041 van het Europese Parlement en de Raad van 19 oktober 2022 betreffende toereikende minimumlonen in de Europese Unie, BS 31 december 2024.