Besox

Nieuwe circulaire over flexi-jobs

24 juni 2024

Op 7 juni 2024 heeft de fiscus een nieuwe circulaire over de flexi-jobs gepubliceerd. In de circulaire worden de volgende twee punten toegelicht:

  1. de begrenzing van de fiscale vrijstelling van bezoldigingen uit een flexi-job;
  2. de uitbreiding van het toepassingsgebied van het systeem van flexi-jobs.

Hierna worden deze punten verder besproken.

1. De begrenzing van de fiscale vrijstelling van bezoldigingen uit een flexi-job

De bezoldigingen op fiscaal vlak worden vrijgesteld op voorwaarde dat zij daadwerkelijk zijn onderworpen aan de bijzondere bijdrage die de werkgever op sociaal vlak verschuldigd is op het flexiloon en het flexivakantiegeld.

Voorbeeld:

Fietsvergoedingen zijn onder bepaalde voorwaarden uitgesloten uit het loonbegrip zodat er ook geen bijzondere bijdrage op is verschuldigd met als gevolg dat deze vergoedingen niet zullen meetellen voor de begrenzing van € 12.000.

Vanaf aanslagjaar 2025 is de fiscale vrijstelling beperkt tot € 12.000 per belastbaar tijdperk. Deze begrenzing van de vrijstelling geldt niet voor gepensioneerden.

Het maximumbedrag van € 12.000 wordt niet geïndexeerd maar wordt wel geprorateerd wanneer het belastbaar tijdperk niet overeenstemt met een volledig kalenderjaar.

Met “gepensioneerde” wordt bedoeld: de persoon die een wettelijk pensioen geniet, met uitzondering van de overgangsuitkering.

De beoordeling gebeurt op het ogenblik van de prestatie en niet op het ogenblik van de betaling achteraf.

Het gedeelte van de bezoldigingen uit een flexi-job dat niet wordt vrijgesteld omdat de grens van € 12.000 werd overschreden, wordt altijd als normale bezoldiging tegen het progressief tarief belast.

Vaak gaan werknemers een flexi-job uitoefenen bij meerdere werkgevers zodat de werkgever (en het desbetreffende sociaal secretariaat) niet kunnen nagaan of de € 12.000 is bereikt of niet en of er bijgevolg bedrijfsvoorheffing moet worden ingehouden of niet.

De fiscus maakt nu een onderscheid tussen werken als niet-gepensioneerde flexi-jobwerknemer

  • bij eenzelfde werkgever; of
  • bij meerdere werkgevers.

Wanneer een niet-gepensioneerde flexi-jobwerknemer bij eenzelfde werkgever meer dan € 12.000 bezoldigingen verdient, dan is het belastbare gedeelte dat het maximumbedrag overschrijdt, onderworpen aan de bedrijfsvoorheffing en moet het belastbare gedeelte als bezoldiging worden vermeld onder de code 250 op de fiche 281.10 van de betrokken flexi-jobwerknemer.

Wanneer een niet-gepensioneerde flexi-jobwerknemer een flexi-job uitoefent bij meerdere werkgevers, dan is het mogelijk dat de individuele werkgevers de grens van € 12.000 niet overschrijden, maar dat de totaliteit van de bezoldigingen die daadwerkelijk zijn onderworpen aan de bijzondere bijdrage die op sociaal vlak is verschuldigd, wel hoger ligt dan € 12.000.

Het deel van de totale bezoldigingen die de grens van € 12.000 overschrijden, worden belast als gewone bezoldigingen tegen progressieve tarieven. De belastingplichtige zal die berekening niet zelf moeten maken en zal dit ook niet zelf moeten aangeven. Dit zal aan de hand van de gegevens van de fiche 281.10 automatisch gebeuren bij de berekening van de personenbelasting.

2. De uitbreiding van het toepassingsgebied van het systeem van flexi-jobs

Het toepassingsgebied van de flexi-jobs werd op vraag van de Vlaamse regering (en nu ook op vraag van de Duitstalige regering) vanaf 1 april 2024 uitgebreid voor:

  • werknemers en werkgevers die ressorteren onder het paritair comité voor de Vlaamse welzijns- en gezondheidssector (PC 331) met als hoofdactiviteit kinderopvang (NACE 88.91, of voor de werkgevers die niet onder de wet van 5 december 1968 vallen, die als hoofdactiviteit kinderopvang hebben (NACE 88.91);
  • het officieel onderwijs en het gesubsidieerd personeel van het door de gemeenschap gesubsidieerd vrij onderwijs;
  • de werknemers en de werkgevers uit de sport- en cultuursector, voor zover de werkgevers niet onder de wet van 5 december 1968 vallen en hun hoofdactiviteit beantwoordt aan de omschrijving van één van de NACE-codes onder categorie 93.1 of 90.

De fiscus merkt op in de circulaire dat de fiscale vrijstelling niet automatisch geldt voor de sectoren die bij koninklijk besluit onder het toepassingsgebied van de flexi-jobs worden gebracht.

Hiervoor is nog het volgende noodzakelijk (cumulatief):

  • een koninklijk besluit, vastgesteld na overleg op de Ministerraad, waarin de vrijstelling op hen van toepassing wordt gemaakt;
  • een wet die het koninklijk besluit bekrachtigt binnen de 12 maanden na de datum van bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.

Tot op heden is noch het koninklijk besluit er noch de wet die het koninklijk besluit bekrachtigt zodat de inkomsten uit deze zogenaamde flexi-jobs op dit ogenblik nog niet vrijgesteld zijn van belastingen.

Het valt ook nog af te wachten wanneer deze wetgeving er zal komen gelet op de lopende regeringsonderhandelingen.

Wij volgen dit alleszins op de voet voor je op.

Bron: Circulaire 2024/C/41 van 7 juni 2024 over flexi-jobs: begrenzing van de fiscale vrijstelling en uitbreiding van het toepassingsgebied, www.fisconetplus.be

Categorie

Tags