Buitenlandse seizoenarbeider land- en tuinbouw: bevrijdende bedrijfsvoorheffing, maar extra formaliteiten voor werkgever
Vanaf 1 januari 2022 moet een seizoenarbeider aan zijn werkgever een woonplaatsverklaring bezorgen en dit uiterlijk op de dag van de eerste betaling.
De verklaring wordt uitgereikt door de fiscale administratie van zijn woonplaats. Als werkgever vraagt u daarom best naar dit document alvorens de seizoenarbeider naar België komt. De werkgever bezorgt een afschrift aan de fiscale administratie via elektronische weg vóór 1 maart volgend op het betrokken jaar. De juiste modaliteiten hierover moeten nog vastgelegd worden.
Op de vergoeding van een seizoenarbeider niet-inwoner is 18,725% bedrijfsvoorheffing, in plaats van 11,11%, verschuldigd sinds het voorjaar van 2021. Dit geldt voor:
- de seizoenarbeiders die genieten van het speciaal RSZ-regime voor gelegenheidsarbeiders in land- en tuinbouw. Arbeiders in de land- en tuinbouwsector kunnen immers een beperkt aantal dagen per jaar werken onder een gunstig RSZ-regime; én
- de prestaties als arbeider in de land- of tuinbouw ingevolge een contract van bepaalde duur of voor een duidelijk omschreven werk van maximaal 6 opeenvolgende kalenderweken onmiddellijk aansluitend op een tewerkstelling als gelegenheidsarbeider in de land- of tuinbouw bij dezelfde werkgever.
Een seizoenarbeider in de land- en tuinbouw die geen Belgisch rijksinwoner is en slechts gedurende een korte tijd als seizoenarbeider aan de slag gaat, moet geen aangifte in de belasting der niet-inwoners indienen.
De ingehouden bedrijfsvoorheffing van 18,725% stemt overeen met de eindbelasting. Indien de buitenlandse seizoenarbeider geen andere inkomsten verkrijgt die in België belastbaar zijn, hoeft hij geen aangifte in de belasting der niet-inwoners meer in te dienen. De ingehouden bedrijfsvoorheffing werkt bevrijdend.
Om deze belastingplichtigen te identificeren en om controle mogelijk te maken, is de woonplaatsverklaring en de vermelding op de fiscale fiche vereist.
Uitzondering!
De wet voorziet een uitzondering voor inwoners uit een ander EER-land. De seizoenarbeiders zelf hebben de mogelijkheid om niet te kiezen voor de bevrijdende bedrijfsvoorheffing en toch een aangifte in de belasting der niet-inwoners in te dienen.
Bron: Wet van 21 januari 2022 houdende diverse fiscale bepalingen, BS 28 januari 2022 (eerste editie).